Skateboarden

Skateboarden

Skateboarden begon in de jaren '50 in Amerika als 'Sidewalk surfing'. Dat betekent 'stoepsurfen'. De surfers konden niet altijd surfen in de zee, dus bonden ze maar een bord onder hun rolschaatsen. Dat leek tenminste nog op surfen.

Stijlen

Skaten heb je in meerdere stijlen. De streetskater gebruikt alle obstakels die hij op straat tegenkomt en doet daar tricks op/mee. Freestylers doen hun tricks op platte vlakten. De derde soort is de skater die naar speciaal aangelegde parken gaat om daar te skaten op over of in ramps, mini ramps, quarter pipes, corners, banks, funboxen en eventueel verts. Dan als laatste heb je nog de vert skateboarders (het skateboarden op een halfpipe). 

Wijde kleding

Als je gaat skateboarden, let dan op je uitrusting. Draag wijde kleding, omdat je daarin meer bewegingvrijheid hebt. En natuurlijk skateschoenen. Die zijn breed en plat, zodat je een goede grip hebt op je board en je voeten de ruimte hebben. En ze gaan niet zo snel kapot als normale schoenen. Daarnaast gebruiken (vooral vertskaters) vaak een helm en pols- en kniebeschermers. 

Tricks

Met je skateboard kun je gewoon rijden, maar als je gewoon op de straat skate kun je er ook allerlei truckjes mee doen. Er zijn er te veel om op te noemen, en er komen er steeds meer uit. 

Ollie

Ollien is eigelijk gewoon springen met je board. Je popt achter op je board zodat de voorkant omhoog komt. Dan schuif je van achter naar voren met je voeten zodat de achterkant ook omhoog kan komen. Je kunt zo over allerlei dingen heen springen. Je kunt ollie rijden of stilstaand doen (is bij veel truckjes). Ollien is eigelijk de basis van het skaten. Je moet eerst leren ollien voordat je andere truckjes zoals kick-flip kunt leren. 

Shove-it

Shove-it is dat je je board 180 graden laat draaien. Onder dat je je board draait moet jij wel in de lucht zijn. Als je board is gedraaid, is het de bedoeling dat je er weer op land. Je kunt ook pop-shove-it doen. Dan pop je je board in de lucht (net als bij ollie) en maak je daarna een shove-it. Je board ‘glijd’ dan dus niet over de grond, maar draait in de lucht. Natuurlijk kan shove-it ook rijdend. 

Wheelie (ook wel manual genoemd)

Hierbij rijdt je op twee wieltjes in plaats van vier. Je moet eerst vaart hebben en dan je evenwicht bewaren zodat je met je voorkant omhoog kunt blijven rijden.

Grinden (ook wel boardslide genoemd)

Hierbij schuif je met een bepaald gedeelte van je board. Dat kan een buis zijn, maar ook de rand van een muurtje of een leuning van een trapje. Of over de coping (coping is de bovenkant van een halfpipe, daarboven zit dan een stalen buis). Je kunt met de voorkant van je board (dus de onderkant van je nose) schuiven maar ook met de achterkant (onderkant van je tail) en zelfs over het midden van je board grinden. Als je met het midden grind schuif je in het midden van je board over bijvoorbeeld een buis heen.

Kick-flip

Bij de kick-flip draai je je board 360 graden om zijn eigen as. Met je ene voet pop je je board de lucht in, terwijl je met je andere voet je board laat draaien. Daarna is het de bedoeling dat je er weer op land. Je kunt deze flip ook rijdend doen. 

Heel-flip

Deze flip lijkt op de kick-flip, maar je board draait de andere kant op. Je duwt met je hiel je board om.

Nollie

Nollie lijkt erg op ollie, maar in plaats van dat je je tail omhoog popt, doe je het goofy: andersom dus. Je popt dus met je andere voet op je nose. Verder is hij hetzelfde. 

Zapp Sport

Deze informatie komt van Zapp Sport.