Klimmen

Klimmen

Sportklimmen kan buiten in de rotsen en binnen in de klimhal. Buiten in de rots wordt geklommen op randen en gaten die van nature in de rots zitten. Op de klimwanden in de klimhal zijn met gekleurde grepen en voettreden routes uitgezet op grote wanden. Deze routes hebben verschillende moeilijkheidsgraden van 3 (heel makkelijk) tot wel 8 (extreem moeilijk). Routes worden moeilijker als de grepen kleiner worden en de bewegingen zwaarder.

Om goed te kunnen sportklimmen moet je:

  • Goed kunnen puzzelen (met welke hand pak ik de volgende greep en waar zet ik mijn voet?).
  • Sterk zijn in je vingers en armen. Maar klimmen doe je vooral vanuit je benen.
  • Lenig zijn. Soms zitten je voettreden hoog en dan moet je je benen hoog optillen.
  • Oplettend zijn. Klimmen doe je vaak met zijn tweeën; de één klimt, de ander 'zekert'. (zekeren is het beveiligen van je klimmaatje met een touw).

Disciplines

Is sportklimmen echt jouw sport en doe je mee aan wedstrijden in de klimhal dan kan je kiezen uit drie verschillende klimsporten:

Routeklimmen (Lead)
Routeklimmen is het beklimmen van routes op een ongeveer 15 meter hoge klimwand waarbij je wordt gezekerd met een touw. Het gaat er hierbij om dat je in een hele moeilijke route zo hoog mogelijk komt. Als je valt dan ben je af, dan mag de volgende klimmer het proberen. De klimmer die het hoogst komt wint.

Boulderen
Boulderen is het beklimmen van korte klimroutes wanden tot 4,5 meter hoogte. Je zit hierbij niet vast aan een touw maar je kan je gewoon vallen want er liggen dikke matten onder de wand. Bij boulderwedstrijden moet je proberen om korte moeilijke routes (boulders) te beklimmen. Deze zijn zo moelijk dat je vaak valt en het opnieuw moet proberen.

Speed
Speed is het zo snel mogelijk beklimmen van makkelijke routes op een 15 meter hoge wand, je wordt gezekerd met een touw. Het wereldrecord is 9 seconden, dat is meer dan een meter per seconde!

Wat heb je nodig?

Sportklimmers hebben vaak strakke schoenen aan met een zool van een soort autoband- rubber. Hierdoor heb je veel grip en kun je op hele kleine treedjes of op wrijving tegen de muur staan. Magnesiumpoeder wordt gebruikt om glibberige zweethanden tegen te gaan, klimmers hebben dit vaak in een 'pofzak' bij zich. Als je gaat boulderen dan zijn schoenen en magnesiumpoeder alles wat je nodig hebt. Klim je lange routes, dan moet je een klimgordel aan. Aan je klimgordel zit een lang touw geknoopt. Aan de andere kant van het touw zit je klimmaatje. Die zekert (beveiligd) jou met een zekerapparaat waar hij het touw doorheen trekt. Ben je boven? Dan laat je klimmaatje je zakken.

Zapp Sport

Deze informatie komt van Zapp Sport.