Boksen

Boksen

Bij boksen probeer je de tegenstander te stoten met de vuist. Het trefvlak is beperkt tot bepaalde delen van het bovenlichaam. Je bent de winnaar als je de meeste treffers hebt geplaatst en de minste hebt ontvangen. Er zijn verschillende stoten die je kunt gebruiken om door de verdediging van de tegenstander door te dringen.

De uitrusting

Voordat je begint moet je altijd bokshandschoenen aandoen. Je kunt je daarmee beter verdedigen en je voorkomt handblessures. Als je het hoofd ook tot het trefvlak hoort, moet je een hoofdbeschermer dragen. 

Trefvlak en contactregels

Het trefvlak bij professioneel boksen, is alles boven de gordel, maar niet op de nek, en nieren. Je mag ook niet met de rug van de hand, met de elleboog of met de binnenkant van de handschoen stoten. Veel belangrijker is het om op het juiste moment een aanval te plaatsen en zo door de verdediging van de tegenstander heen te dringen. 

De uitgangshouding

Bij boksen is het belangrijk om het lichaamszwaartepunt heel bewust tussen je voeten te houden. Alleen op die manier kun je goed reageren op wat de tegenstander doet.

Zo doe je dat:
- Ga als rechtshandige met je linkervoet voor staan en wijs met beide voeten in de richting van de tegenstander.
- Houd je rechterhand te hoogte van je kin (voor verdediging van je hoofd) en je linkerhand voor de rechterhand (voor een snelle, onverwachte aanval).
- Buig beide schouders naar voren, breng je ellebogen bij elkaar en naar beneden; in deze "fronthouding" is het trefvlak het kleinst.
- Verplaats je met kleine pasjes. Ga niet springen want als je in de lucht zweeft sta je niet stabiel en ben je dus kwetsbaar.

Aanvalstactiek

Probeer de tegenstander te verrassen met onverwachte acties:
- Stem de afstand ten opzichte van de tegenstander af op de stoot die je wilt plaatsen.
- Zoek de zwakke plekken van de tegenstander op, b.v. als deze de handschoen wat laat zakken.
- Maak met je voeten, romp en armen allerlei schijnbewegingen voordat je een aanval inzet.
- Bedenk dat een lange bokser goed op afstand kan boksen, terwijl een kleine bokser dichtbij de tegenstander moet komen.

De directe stoot
- Zorg dat de tegenstander niet verder dan een armlengte van je af staat, dit heet hele afstand.
- Stoot je hand in een rechte lijn (direct) naar het trefvlak van je tegenstander. Afhankelijk van de hand waarmee je stoot wordt dit een linkse of een rechtse directe genoemd.
- Breng bij het stoten beide schouders naar voren, laat je kin zakken achter de schouder van de slagarm.
- Ga na de stoot meteen weer in de uitgangshouding staan.

De hoek
- Zorg dat je zo dicht bij je tegenstander staat dat je jouw pols op zijn/haar schouder kunt leggen. Dit heet de halve afstand.
- Laat je handschoen vertrekken op kinhoogte en houd een hoek van 90 graden tussen jou boven- en onderarm.
- Stoot zo dat je hand eerst naar buiten gaat en dan pas naar binnen. De hoek is dus een indirecte stoot, zorg ervoor dat je hand steeds hoger blijft dan je elleboog.
- Ga na de stoot meteen weer in de uitgangshouding staan.

Verdedigingstactiek

Probeer de acties van de tegenstander in te schatten door goed te blijven kijken:
- Bescherm je trefvlak zo goed mogelijk met je armen, ellebogen en handschoenen.
- Blijf goed kijken naar de bewegingen van je tegenstander.
- Houd rekening met de reikwijdte van je tegenstander (reach). Pas je afstand hier op aan.

Ontwijken
De beste manier om je te verdedigen, is de stoot van de tegenstander te ontwijken. Dit kan op verschillende manieren.
- Slippen: buig je bovenlijf naar de ene kant en je heupen naar de andere kant, maar laat je voeten staan.
- Stappen: zet een zij- of achterwaartse stap waardoor je buiten het bereik van de tegenstander komt.
- Duiken of rollen: laat je onder de stoot van de tegenstander zakken, maar blijf kijken naar de tegenstander en laat je voeten staan.

Zapp Sport

Deze informatie komt van Zapp Sport.