Telefoon

Werkstukken en spreekbeurten

De telefoon is een heel handig apparaat. Je kunt heel makkelijk met iemand praten die ver weg is. Met je tante in Amerika bijvoorbeeld!

Hoe werkt de telefoon?

Heb je weleens een telefoon gemaakt met twee blikjes? Je maakt twee blikjes met een touw aan elkaar vast. Je trekt het touw strak. Jij praat in het ene blikje. Als je vriendje het andere blikje tegen zijn oor houdt, kan hij je horen. Door het geluid van je stem gaat de lucht trillen. De trillingen gaan door het touw naar het andere blikje. Het oor van je vriendje maakt van de trillingen weer geluid. De eerste telefoon werkte bijna net zo. Nu werken telefoons veel beter door microfoons. Het geluid gaat door goede kabels van de ene naar de andere telefoon.

Mobiele telefoon

Maar de meeste telefoons hebben tegenwoordig geen kabels meer. Veel telefoons zijn mobiele telefoons. Bij een mobiele telefoon gaat het geluid eerst door de lucht. Grote antennes vangen het op. Het geluid gaat dan door een kabel naar een centrale. Daar is een zender die het geluid naar de andere telefoon stuurt. In de mobiele telefoon zit een simkaart. Die is voor iedere telefoon anders. De simkaart zorgt ervoor dat jouw telefoon alleen berichten opvangt die voor jou bedoeld zijn. Je kunt met je mobiele telefoon niet alleen bellen. Je kunt ook plaatjes en tekstberichten versturen, op internet kijken of een spelletje spelen.