Elektriciteit

Werkstukken en spreekbeurten

Elektriciteit is belangrijk in huis. Lampen, computers, telefoons: ze werken allemaal op elektriciteit. Maar waar komt elektriciteit vandaan?

Handige uitvinding

Elektriciteit zorgt voor licht, warmte en werkende apparaten. Stroom, zeggen we ook wel, als we het over elektriciteit hebben. Als de stroom uitvalt, merk je hoe lastig dat is: het licht doet het niet meer, je kunt je telefoon niet opladen en de televisie werkt niet. Je kunt vast nog tientallen voorbeelden noemen van apparaten die het zonder stroom niet doen.

Elektriciteitscentrale

Stroom wordt opgewekt door een energiebron. Een lamp op een fiets gaat branden als je het knopje indrukt. De batterij in het lampje zorgt dan voor de energie. Je kunt zelf ook stroom opwekken. Vroeger had iedereen een dynamo op zijn fiets. Dit ronde ding drukte je tegen je voorband aan, even trappen, de dynamo ging draaien en de lamp brandde.

Om genoeg stroom op te wekken voor een stad is natuurlijk wel een hele grote dynamo nodig. Die dynamo staat in een elektriciteitscentrale. Grote stroomkabels brengen de elektriciteit uit de centrale naar de huizen. Zo komt de stroom bij ons en kunnen we die via het stopcontact gebruiken.

Kracht

Een dynamo kan op verschillende krachten draaien. Bijvoorbeeld op stromend water, wind of door stoom. Stoomkracht werkt zo: grote gas- of kolenvuren verhitten grote bakken met water. Dat geeft stoom, heel veel stoom. In de centrale zorgen ze dat de stoom tegen een soort molen aanblaast. En die molen laat de dynamo draaien. Energie kun je ook maken met krachten uit de natuur: wind, water en zon. Deze energiebronnen zijn er altijd. En ze zijn niet slecht voor het milieu. We noemen wind, water en zon daarom duurzame energie.