Circus

Werkstukken en spreekbeurten

Het circus bestaat al heel lang. In het circus doen acrobaten en clowns allerlei trucjes. Vind jij het leuk om ernaartoe te gaan?

Circustent

Het circus komt met een grote tent naar een plaats. Overal in de stad of het dorp in de buurt komen borden te staan. Op die borden staat waar en wanneer het circus optreedt. In de tent is in het midden een grote cirkel, de piste. Hierin laten de mensen en dieren hun kunsten zien.

Groot gezelschap

Bij het circus werken veel mensen. Sommigen moeten de tent opbouwen en weer afbreken. Anderen zetten de borden met reclame voor het circus neer. Er moeten kaartjes worden verkocht. Ook moeten de dieren worden verzorgd. En dan zijn er nog de artiesten zelf: acrobaten en clowns bijvoorbeeld. Of de leeuwentemmer. De artiesten en dieren moeten lang oefenen om hun kunsten te leren. De spreekstalmeester is de presentator van de show: hij vertelt wie er gaat optreden.

Circusschool

Er zijn speciale circusscholen. Daar leer je om acrobaat of jongleur te worden. Een acrobaat moet lenig zijn. Hij doet moeilijke dingen in de lucht of op de grond. Acrobaten zwaaien bijvoorbeeld aan een zweefstok of lopen over een koord. Een jongleur is iemand die kunsten doet met ballen of messen. Clowns proberen iedereen aan het lachen te maken. Op de circusschool kun je ook leren om op een eenwieler te fietsen of om op een grote bal te lopen.