Roofdieren

Werkstukken en spreekbeurten

Roofdieren eten andere dieren. Er zijn heel veel verschillende soorten roofdieren. Ze leven op het land, maar ook in het water of in de lucht. Welk roofdier lijkt jou het gevaarlijkst?

Gevaarlijk

IJsberen zien er schattig uit met hun dikke, witte vacht. In speelgoedwinkels kun je ze vaak als knuffel kopen. Maar pas op! Een ijsbeer is levensgevaarlijk. Het is een roofdier. Andere roofdieren zijn bijvoorbeeld leeuwen en tijgers. In Nederland leven die alleen in de dierentuin. Er zijn in ons land wel andere roofdieren die in het wild leven. Bijvoorbeeld de vos en de das. De allergevaarlijkste roofdieren ter wereld zijn ijsberen, leeuwen, tijgers, witte haaien en zoutwaterkrokodillen. Die zijn niet alleen gevaarlijk voor dieren die ze graag eten, maar ook voor mensen. En zo zijn er nog heel veel andere roofdieren waar je maar beter bij uit de buurt kunt blijven!

Voedsel

Roofdieren zijn meestal alleen vleeseters. Maar soms zijn het alleseters. Dat betekent dat ze ook planten eten. Er bestaat zelfs een roofdier dat helemaal geen vlees eet: de reuzenpanda.

Klauwen en tanden

Roofdieren leven op het land, in het water en in de lucht. Landroofdieren jagen meestal als het bijna donker is. Ze kunnen voedsel opsporen met hun neus, oren en snorharen. Ze hebben scherpe klauwen en scherpe tanden, waarmee ze hun prooi kunnen doden. Vaak zijn ze slank. Daardoor kunnen ze hun prooi goed besluipen en zich goed verstoppen. Roofdieren die alleen vlees eten, hebben sterke kaken met grote hoektanden en sterke scheurkiezen. Ze moeten hard werken om een prooi te vangen, maar kunnen er door de voedingsstoffen in het vlees ook lang mee doen. Ook waterroofdieren hebben heel scherpe tanden. Denk bijvoorbeeld aan de haai of de krokodil. Een voorbeeld van een roofdier in de lucht is de valk. Hij zweeft hoog in de lucht en kan met zijn goede ogen een prooi zien van honderden meters afstand. Hij gaat er dan met een duikvlucht op af en grijpt het diertje met zijn scherpe snavel of klauwen beet.