Camouflage

Werkstukken en spreekbeurten

Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en het is bruin of... ineens wit?! Veel dieren hebben een schutkleur of kunnen zelfs van kleur veranderen. Hoe dat zit en waarom dat is, lees je hier.

Wat is camouflage?

Dieren zorgen er vaak voor dat ze bijna niet opvallen. Als je niet weet dat ze er zijn, dan zie je ze niet. Ook als je het wel weet, moet je nog heel goed kijken. Dieren kunnen hierdoor beter overleven. Ze maken zich onzichtbaar voor roofdieren. Dit noemen we camoufleren. Roofdieren camoufleren zichzelf ook vaak. Hierdoor vallen ze niet op als ze een prooi willen vangen.

Schutkleur en vorm

Camoufleren kan op verschillende manieren. Dieren kunnen dezelfde kleur hebben als de plek waar ze vaak zitten. Dit noemen we een schutkleur. Rupsen hebben bijvoorbeeld precies dezelfde kleur als de blaadjes waarop ze zitten. Inktvissen kunnen binnen één seconde van kleur veranderen! Van donkerbruin worden ze dan ineens heel wit. Ook kunnen dieren zich onzichtbaar maken door hun vorm. Een wandelende tak ziet er bijvoorbeeld precies zo uit als de takjes waarop hij zit.

Padden doen het allebei. Ze camoufleren zich met een schutkleur en met hun vorm. Ze zijn bruin en hebben wratjes. Daardoor lijken ze op de stenen en modder waarop ze zitten. Bij camouflage denk je misschien niet meteen aan eieren. Toch hebben ook eieren vaak een schutkleur. Dit is vooral belangrijk als vogels in het open veld broeden. Zo worden de eieren niet gezien door roofdieren.