Brandweer

Werkstukken en spreekbeurten

Is er ergens brand? Dan gaat de brandweer daar met spoed naartoe om het vuur te blussen. Wat doet de brandweer nog meer?

Alarm!

Je ziet een felrode wagen rijden. Er flitsen blauwe zwaailichten en er klinkt een harde sirene. Dat is de brandweer en ze hebben veel haast. Al het verkeer moet aan de kant. Dan kan de brandweer erlangs. Met sirenes aan mag de brandweer zelfs door rood licht rijden. Al het andere verkeer moet dan extra goed opletten. De brandweer moet vaak mensen redden. Er woedt een gevaarlijke brand of er is een ongeluk gebeurd. Brandweermensen helpen de ambulance. Soms gaan bijvoorbeeld de deuren van een gebotste auto niet open. Brandweermannen knippen de auto dan open. Of ze moeten iemand bevrijden die met zijn auto in het water is geraakt. Stoer werk, hè?

Brandweerrood

Alle brandweerauto’s zijn brandweerrood. Dat is een felle, opvallende kleur. Er zijn blusauto’s met brandslangen en water, maar er zijn ook ladderwagens met een lange uitschuifbare ladder aan boord. Zo kan de brandweer hoge gebouwen blussen of iemand redden die niet meer met de gewone trap naar beneden kan. Hulpverleningswagens helpen bij auto-ongelukken en bijzondere branden. Alle wagens hebben felle schijnwerpers: ook ’s nachts moet er immers geblust kunnen worden.